Tijdschrift: Carrière Plus
2e jaargang nr. 2 / oktober 1987
Het beoordelen van een ondernemingsplan, oftewel
het dilemma van de juiste bril !
Het waarom van het ondernemingsplan is eerder aan de orde gesteld. Het doel ervan is feitelijk tweedelig: enerzijds vervult het intern (binnen de onderneming) de functie van informatie-, plannings-, controledocument en anderzijds wordt het gebruikt om externe personen en instanties te informeren met het oog op goedkeuring, instemming of samenwerking. Daarmee vervult het plan een niet onbelangrijke rol in de oordeels- en besluitvorming omtrent de combinatie (te starten) onderneming/ondernemer(s).
Beoordelen is persoonsgebonden en dus altijd subjectief, zonder daaraan het predicaat 'dus slecht' toe te kennen. In mijn ogen is een oordeel pas dan waardevol als het onderbouwd wordt met im- dan wel expliciet gehanteerde criteria. Het aardige daarvan is dat zo een proces van objectivering in gang wordt gezet. Het ondernemingsplan zelf, als een aan het papier toevertrouwde weergave en uitwerking van de plannen/ideeën van een ondernemer, die eerst in het hoofd waren opgeslagen, is al het resultaat van een eerste objectiveringsfase.
Ieder criterium werkt als een bril die je opzet, voordat je een plan gaat beoordelen. Tegelijkertijd ben je je ervan bewust dat iedere bril een eenzijdig,
vertekend beeld geeft. Verschillende brillen opzetten om het object vanuit allerlei optieken te bekijken, vergroot de kans op een meer 'allround' beeld.
Een eerste kunstmatig onderscheid in criteria is te maken door te spreken van vorm-
en inhoudelijke criteria. Kunstmatig vanwege het feit dat vorm en inhoud feitelijk
niet te scheiden zijn. Bij vorm denken we aan taalgebruik, stijl, uitvoering, indeling, opmaak,opbouw en omvang. Een plan zou zo helder, overzichtelijk en beknopt mogelijk moeten zijn.
Dat kan bevorderd worden door een onderscheid te maken tussen samenvatting (miniplan van max. 2 blz.), het feitelijke plan (rond de 25 blz.) en de bijlagen, waarbij een inhoudsopgave met bladzijdennummering natuurlijk niet mogen ontbreken.
Bij inhoudelijke criteria is een volledige opsomming feitelijk onmogelijk.
Bovendien bestaat er geen criterium dat alle andere zou kunnen vervangen. Het is geen kwestie van of/of, maar van en/en. Of om bij het voorbeeld te blijven; er bestaat geen 'volmaakte' bril.
Bij het zoeken naar sleutelcriteria komen we terecht bij bedrijfskundige begrippen als: originaliteit, maakbaarheid en haalbaarheid.
Dat is te verklaren vanuit het gezichtspunt dat Bedrijfskunde als multi-, maar vooral, interdisciplinair vakgebied poogt de verschillende ondernemingsaspecten en -gebieden te integreren of beter in hun onderlinge wisselwerking te zien.
Alle criteria hebben een relatief karakter. Met nadruk wil ik erop wijzen dat ik het begrip niet gebruik met de 'uitgeholde' betekenis van: betrekkelijkheid of weinig zeggend, maar met de feitelijke betekenis van: in verhouding tot of gerelateerd aan. Vandaar ook het begrip wegingsfactor. De winstgevendheid bijvoorbeeld
wordt bepaald door de te verwachten resultaten van de (te starten) onderneming af te zetten tegen of te vergelijken met gelijksoortige bedrijven in een vergelijkbare actuele (start)-situatie of positie. Criteria zijn dimensieloos en beoordelen met behulp van criteria levert dus geen absoluut geldige uitspraken op.
Op een andere manier is ook dat een bewijs voor de subjectiviteit of anders gezegd er bestaat geen volmaakte bril en zonder bril kunnen we niet 'gericht' kijken.
Sleutelcriteria hebben het karakter van een paraplu. Neem bijvoorbeeld het begrip haalbaarheid. Een plan is pas haalbaar als het ook technisch, commercieel, juridisch, economisch realiseerbaar is en vanwege originaliteit een
kans van slagen heeft. Dat is dus tegelijkertijd de beperking van sleutelbegrippen. Om binnen de analogie van de bril te blijven; de (sleutel)bril geeft wel een groothoek beeld maar heeft maar een beperkte scherpte en diepte.
Een totaal oordeel over een ondernemingsplan in termen van haalbaarheid kan pas gegeven worden als we allereerst naar de afzonderlijke ondernemingsaspecten en -gebieden kijken en vervolgens naar de onderlinge verhoudingen en samenhangen. Dat bedoelen we met de bedrijfskundige benadering.
De bedrijfskundige benadering houdt hiermee het midden tussen wetenschap (verantwoording t.a.v. methode en validiteit van gegevens) en praktijk (het gebruik van 'harde' informatie).
Ter afsluiting het volgende: Er bestaat geen volmaakt plan of een perfecte ondernemer of onderneming.
De werkelijkheid is nooit volmaakt en gelukkig hoeft dat ook niet. Met een ondernemingsplan in de hand hoef ik ook niet iedereen te overtuigen. Allereerst moet de ondernemer er in geloven en het ook willen realiseren.
Daarnaast moet je een paar andere mensen of instanties zien te overtuigen en wel die waarvan jij als ondernemer afhankelijk bent. Het is vooral ook een kwestie van vertrouwen en dus geloofwaardigheid. Per definitie geldt dat
plannen maken en ondernemen gekenmerkt worden door onzekerheden, die niet te elimineren zijn. Wel is het zaak onzekerheden, sterkten en zwakten in kaart te brengen en vervolgens een passende weg uit te stippelen, vanuit het hier en nu en gericht op het te bereiken einddoel.
Het opstellen van een Ondernemingsplan is net als Ondernemen een kwestie van bewust omgaan met onzekerheden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten