maandag 15 september 2008

Ondernemerschap: Visie of Vitaliteit?

Tijdschrift Carrière Plus
2e jaargang nr. 6 / mei 1988



Ondernemerschap: een kwestie van Visie en Vitaliteit?

Weinig onderwerpen op het gebied van de bedrijfskunde staan de laatste tijd zo in de belangstelling als het zelfstandig ondernemer-schap:”Entrepreneuren is IN”. Werd de ondernemer In de zestiger jaren nog verguisd als een extremistische uitwas van het kapitalisme, gericht op winstbejag en als bijverschijnsel uitbuiting. De ondernemer in de tachtiger jaren mag zich verheugen over een algehele rehabilitatie. Opeens worden kwaliteiten als initiatief, durf, moed, doorzettingsvermogen, in het kader van sociaal-economische belangen alom geprezen.

Het reële gevaar hierbij is dat een zo grote belangstelling snel kan doorslaan in vervlakking en mythevorming.
De term entrepreneur wordt in allerlei variaties en contexten gebruikt, denk maar aan termen als intrapreneur,interpreneur en extrapreneur, maar dat is volgens mij onterecht en leidt tot begripsvervuiling. Om ondernemerschap in allerlei organisatiestructuren en -culturen als term te laten vallen, het zogenaamde
intrapreneuren, gaat voorbij aan een aantal wezenskenmerken van ondernemerschap.
In het kader van de eerder genoemde mythevorming zou ik de polemiek tussen 'je bent ondernemer of niet ' onder de aandacht willen brengen. Het gaat hierbij om de centrale vraag: 'is ondernemerschap een aangeboren talent, of zijn het bepaalde door ervaring te ontwikkelen kwaliteiten of kan het door studie aangeleerd worden?'.
Mijn eigen observaties neigen ertoe te concluderen dat er tussen personen erschillen bestaan in termen van 'meer of minder' ondernemend, maar ook dat door een goede combinatie van theorie en praktijk deze kwaliteiten verder te ontwikkelen zijn. Daarmee geef ik aan dat het om graduele verschillen gaat zonder strikte afbakeningen in de zin van: of dit... of dat... De waarheid ligt in het midden, zo ook hier.
                                                  Visionaire ondernemer Elon Musk
Laten we eens een paar van dergelijke kwaliteiten nader bekijken. Ondernemers durven risico's te nemen; persoonlijke en zakelijke.Ter precisering: 'gecalculeerde' risico's, want anders zou iedere roekeloze avonturier die het gevaar opzoekt het
eerste in aanmerking komen voor het Ondernemerschap. Naar mijn mening is het risico of beter nog onzekerheid inherent aan het Ondernemerschap omdat de ondernemer met plannen rondloopt die betrekking hebben op de toekomst van zijn of haar bedrijf. Het gaat dan om vragen als: is er behoefte aan mijn dienst of product en in welke omvang opdat dat de onderneming er een bestaansrecht aan zou kunnen ontlenen. Het dilemma moge duidelijk zijn: de toekomst is niet objectief volgens huidige wetenschappelijke opvattingen en methoden te voorspellen en we komen niet verder dan het predicaat onzeker. Hiermee komen op een nuanceverschil tussen risico en onzekerheid. Risico is een uitdrukking voor calculeerbare kansen, terwijl onzekerheid juist gebruikt
wordt als we geen schattingen kunnen maken. Daarmee wordt het begrip onzekerheid altijd een min of meer subjectieve aangelegenheid. Uit gesprekken met ondernemers kan het heilige geloof of de sterke persoonlijke (eigenwijze) overtuiging blijken met betrekking tot de visie als toekomstbeeld en de richting waarin de onderneming zou moeten ontwikkelen. Misschien zijn deze aspecten zo belangrijk omdat veel ondernemers met ontzettend veel energie en doorzettingsvermogen te werk moeten gaan om hun ideeën te kun¬nen realiseren. We trachten de werkelijkheid graag rationeel te benaderen en te analyseren, maar misschien is de stelling dat de mens zich niet rationeel gedraagt ook juist voor organisaties en ondernemers in het bijzonder. De emotionele, existentiële beweegredenen zijn zeker aanwezig in diens gedrag, maar misschien ook wel bepalend voor de resultaten van specifieke ondernemersactiviteiten en inspanningen. Zij scheppen als het ware deels de toekomst dankzij die visie en inzet. Het is niet de eerste keer dat marktvoorspellingen voor innovatieve producten danwel diensten vooraf weinig florissant leken, maar bij marktintroductie enorm succesvol bleken te zijn. Het eigen handelen kan niet los gezien worden van veranderingen en ontwikkelingen in de directe omgeving. Het is voor mij dus maar de vraag of de ondernemer wel een strikte afweging maakt in termen van slaag- danwel faalkansen c.q. -factoren, want dat veronderstelt dat een rationele, analytische benadering mogelijk en zinvol is.

Ondernemerschap en de daarbij behorende kwaliteiten zijn natuurlijk ook een abstractie. Je kunt 'ondernemend' zijn op velerlei gebieden en in velerlei rollen of hoedanigheden. Het wordt ook in het dagelijks taalgebruik veelvuldig gebruikt. De benodigde kwaliteiten voor een ondernemer in een ambachtelijk bedrijf zijn van toch
van een andere aard dan de commerciële talenten en inzichten van iemand die een handelsbedrijf tracht te runnen.De benodigde hoeveelheid en combinatie van vakmanschap, handelsgeest en rekenkunst die een succesvolle ondernemer zou moeten hebben, hangt van een groot aantal factoren af. Daarom is de uitspraak van
Mr. Velu (ING) dat de 'ware' ondernemers te zoeken zijn onder die groep van personen die 'al op jonge leeftijd niet alleen met knikkers speelden, maar juist knikkers in klinkende munt wisten om te zetten', eenzijdig.
Impliciet wordt daarmee een beeld gesuggereerd van een ondernemer die door een “bril met gulden tekens” kijkt. Deze voorstelling lijkt me verkeerd. Veel meer van toepassing is het idee dat de ondernemer iemand is die een vraag uit de markt signaleert en dat kan vertalen naar een concreet product/dienst. Hij kan als het ware die vertaalslag maken en de link of verbinden leggen. Daarom zou ik een andere uitspraak van de heer Velu namelijk dat de ondernemer iemand is met visie en vitaliteit willen aanvullen. Visie is een essentieel onderdeel
waarmee bedoeld wordt dat je als entrepreneur wel een beeld moet hebben van wat je wil en de richting om dat te bereiken mede ook dankzij veel inzet en levenskracht (vitaliteit). Behalve visie en vitaliteit is er echter nog iets nodig.
Visie kan ook een zeepbel zijn of fata morgana blijken, die net zo plotseling kan verdwijnen als dat ze ontstaan is.
Vitaliteit kan ook ontaarden in een onwrikbaar vechten tegen de bierkaai. Vandaar dat beide aspecten in evenwicht gehouden moet worden en daarvoor zou ik de begrippen voeling/verbinding willen introduceren om in het zelfde rijtje begrippen te blijven. Daarmee bedoel ik het vermogen om dingen te integreren, op elkaar af te stemmen.

In de bedrijfskundige literatuur ook wel aangeduid als integratie en interactie. Een verbinding kunnen leggen tussen een gewenste toekomst en de huidige realiteit. Tussen wat je wil en wat je kunt. Tussen wat nodig is en wat haalbaar met daarbij het vermogen de plannen/activiteiten steeds bij te stellen.
"Niet alleen een open visionaire blik, maar ook een vinger aan de pols van de tijdgeest"!

Geen opmerkingen: